Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult Mijn getuigen zijn... tot het uiterste der aarde.
Lezen: Richteren 6:11-24
11 Toen kwam de Engel des HEREN en zette zich neer onder de terebint te Ofra, eigendom van de Abiëzriet Joas, terwijl diens zoon Gideon bezig was in de wijnpers tarwe uit te kloppen om die voor de Midjanieten in veiligheid te brengen. 12 De Engel des HEREN verscheen hem en zeide tot hem: De HERE is met u, gij dappere held. 13 Maar Gideon zeide tot hem: Och, mijn heer, indien de HERE met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen? Waar zijn dan al zijn wonderen, waarvan onze vaderen ons vertelden, als zij zeiden: Heeft de HERE ons niet uit Egypte gevoerd? Maar nu heeft de HERE ons verstoten en ons prijsgegeven aan de greep van Midjan. 14 Toen wendde de HERE Zich tot hem en zeide: Ga heen in deze uw kracht en verlos Israël uit de greep van Midjan. Ik zend u immers? 15 Maar hij zeide tot Hem: Och, HERE, waarmee zal ik Israël verlossen? Zie, mijn geslacht is het geringste in Manasse en ik ben de jongste van mijn familie. 16 En de HERE zeide tot hem: Ik ben met u, daarom zult gij Midjan verslaan als was het één man. 17 Toen zeide hij tot Hem: Indien ik genade in uw ogen gevonden heb, geef mij dan een teken, dat Gij het zijt, die met mij spreekt. 18 Ga niet vanhier weg, voordat ik bij U terugkom en de gave die ik ga halen, voor U neerleg. En Hij zeide: Ik zal blijven, tot gij terugkomt. 19 Toen ging Gideon naar binnen en bereidde een geitebokje en ongezuurde broden van een efa meel; het vlees deed hij in een mand en het vleesnat in een pot, en hij bracht het Hem onder de terebint en zette het Hem voor. 20 De Engel Gods zeide tot hem: Neem het vlees en de ongezuurde broden en leg ze op deze rots en giet het vleesnat uit. En hij deed dat. 21 Toen strekte de Engel des HEREN de staf die hij in de hand hield, uit en raakte met het uiteinde het vlees en de ongezuurde broden aan; en vuur steeg op uit de rots en verteerde het vlees en de ongezuurde broden. Daarop verdween de Engel des HEREN uit zijn gezicht. 22 Toen begreep Gideon, dat het de Engel des HEREN was, en hij zeide: Wee mij, Here HERE! want ik heb de Engel des HEREN gezien van aangezicht tot aangezicht. 23 Doch de HERE zeide tot hem: Vrede zij u! Vrees niet, gij zult niet sterven. 24 Toen bouwde Gideon daar een altaar voor de HERE en noemde dat: De HERE is vrede. Het staat tot op de huidige dag nog in Ofra der Abiëzrieten.
Uitleg
Zou je je niet schamen als iemand je dappere held noemt terwijl je stilletjes bezig bent om je geoogste tarwe voor de vijand te verstoppen?
Maar Gideon heeft een groter probleem dan op te komen voor z’n eigen eer. Hij antwoordt met de in z’n hart brandende vraag: „Och, mijn heer, indien de HERE met ons is, waarom is dit alles ons dan overkomen?” Heel belangrijk is om op te merken dat hij niet mij zegt, maar ons.
Wat worden we toch vaak veel meer in beslag genomen door onze problemen, dan dat we oog durven hebben voor de nood om ons heen! Daardoor verstaan we zo weinig van de opdracht die we hebben om getuigen van Jezus te zijn in deze wereld.
De Bijbel roept ons op om nuchter te zijn, anders kunnen wij niet echt bidden. De nuchtere vraag die Gideon biddend bezighoudt is: „Waar zijn dan al Zijn wonderen, waarvan onze vaderen ons vertelden?” Ja, want wat hebben we aan een historische God die nu zwijgt als het graf?!!
Er is geestelijke moed voor nodig om te durven inzien dat het niet aan God ligt maar aan ons! Wij hebben God de rug toegekeerd. En het ergste is dat we liever tot de uitspraak komen dat God dood is, dan dat we in verootmoediging weer bereid worden naar Hem te luisteren.
Gideon had die bereidheid kennelijk wel, daarom kon de Engel des HEREN tegen hem zeggen: „Ga heen in deze uw kracht en verlos Israël uit de greep van Midjan”.
God is nog steeds Dezelfde en als we niet meer kunnen leven met een ‘dode’ God, dan zal de God van Gideon ons weer in de echte levensopdracht kunnen stellen!
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.