Hij werd met ontferming over hen bewogen en genas hun zieken
Lezen: Lucas 10:29-37
29 Maar hij wilde zich rechtvaardigen en zeide tot Jezus: En wie is mijn naaste? 30 Daarop hernam Jezus en zeide: Een zeker mens daalde af van Jeruzalem naar Jericho en viel in de handen van rovers, die hem niet alleen uitschudden, maar ook slagen gaven en weggingen, terwijl zij hem halfdood lieten liggen. 31 Bij geval daalde een priester af langs die weg; en deze zag hem, doch ging aan de overzijde voorbij. 32 Evenzo ging ook een Leviet langs die plaats, en hij zag hem en ging aan de overzijde voorbij. 33 Doch een Samaritaan, die op reis was, kwam in zijn nabijheid, en toen hij hem zag, werd hij met ontferming bewogen. 34 En hij ging naar hem toe, verbond zijn wonden, goot er olie en wijn op; en hij zette hem op zijn eigen rijdier, bracht hem naar een herberg en verzorgde hem. 35 En de volgende dag stelde hij de waard twee schellingen ter hand en zeide: Verzorg hem en mocht gij meer kosten hebben, dan zal ik ze u vergoeden, op mijn terugreis. 36 Wie van deze drie dunkt u, dat de naaste geweest is van de man, die in handen der rovers was gevallen? 37 Hij zeide: Die hem barmhartigheid bewezen heeft. En Jezus zeide tot hem: Ga heen, doe gij evenzo.
Uitleg
Als God zegt dat je je naaste moet liefhebben en je weet wat God met liefhebben bedoelt, dan kun je misschien jezelf het beste rechtvaardigen door de interessante vraag te stellen: „En wie is mijn naaste?” Zijn de mensen in de noodgebieden van de wereld mijn naasten of is mijn buurman het eigenlijk meer? Er zijn veel mensen die graag bidden voor de arme slachtoffers van oorlogen en rampen. Dat is natuurlijk ook heel erg belangrijk, maar waarom hebben we vaak veel meer moeite om te bidden voor onze buurman?
Het is inderdaad veel gemakkelijker om te bidden voor mensen die helemaal aan de andere kant van de wereld zijn, dan voor je buurman. Want als je voor de eersten bidt, kun je vaak niet meer doen dan het uitschrijven van een giro. Maar als je werkelijk voor je buurman gaat bidden, dan kan het wel eens gebeuren dat je de opdracht krijgt je voor hem te gaan inzetten. Het kan gebeuren dat God door je gebed voor mensen aan de andere kant van de wereldbol hen tot je naasten maakt. Maar dan kan je onmogelijk in Nederland blijven want dan vind je geen rust voordat je je leven voor hen inzet!
Daarom is de vraag: „Wie is mijn naaste?” een verkeerde vraag. Trouwens, Jezus geeft in deze gelijkenis daar ook geen antwoord op! Naar menselijke maatstaven waren het de priester en de leviet die de naasten van deze beroofde Jood hadden moeten zijn. Maar dezen dachten aan zichzelf en wilden zich liever niet verontreinigen. Hun positie was hun meer waard dan het tonen van barmhartigheid!
Jezus maakt het ons hier duidelijk: We zijn pas de naaste van iemand als we ons, om Jezus’ wil, over hem ontfermen...
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.