Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neer, heen en weer geslingerd onder invloed van allerlei wind van leer.
Lezen: Lucas 4:14-30
14 En Jezus keerde in de kracht des Geestes terug naar Galilea. En de roep over Hem ging uit door de gehele streek. 15 En Hij leerde in hun synagogen en werd door allen geprezen. 16 En hij kwam te Nazaret, waar Hij opgevoed was, en Hij ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en stond op om voor te lezen. 17 En Hem werd het boek van de profeet Jesaja ter hand gesteld en toen Hij het boek geopend had, vond Hij de plaats, waar geschreven is: 18 De Geest des Heren is op Mij, daarom, dat Hij Mij gezalfd heeft, om aan armen het evangelie te brengen; 19 en Hij heeft Mij gezonden om aan gevangenen loslating te verkondigen en aan blinden het gezicht, om verbrokenen heen te zenden in vrijheid, om te verkondigen het aangename jaar des Heren. 20 Daarna sloot Hij het boek, gaf het aan de dienaar terug en ging zitten. 21 En de ogen van allen in de synagoge waren op Hem gericht. En Hij begon tot hen te zeggen: Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld. 22 En allen betuigden hun instemming met Hem en verwonderden zich over de woorden van genade, die van zijn lippen kwamen en zij zeiden: Is dit niet de zoon van Jozef? 23 En Hij zeide tot hen: Gij zult ongetwijfeld deze spreuk tot Mij zeggen: Geneesheer, genees Uzelf! Doe alle dingen, waarvan wij gehoord hebben, dat zij te Kafarnaüm geschied zijn, ook hier, in uw vaderstad. 24 Doch Hij zeide: Voorwaar, Ik zeg u, geen profeet is aangenaam in zijn vaderstad. 25 Doch Ik zeg u naar waarheid, er waren vele weduwen in de dagen van Elia in Israël, toen de hemel drie jaren en zes maanden lang gesloten bleef en er grote hongersnood was over het gehele land, 26 en tot geen van haar werd Elia gezonden, doch wel naar Sarepta, bij Sidon, tot een vrouw, die weduwe was. 27 En er waren vele melaatsen in Israël ten tijde van de profeet Elisa, en geen van hen werd gereinigd, doch wel Naäman de Syriër. 28 En allen in de synagoge werden met toorn vervuld, toen zij dit hoorden. 29 Zij stonden op en wierpen Hem de stad uit en voerden Hem tot aan de rand van de berg, waarop hun stad gebouwd was, om Hem van de steilte te storten. 30 Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok.
Uitleg
Toen de Here Jezus in Galilea terugkeerde, werd hij met grote welwillendheid ontvangen. Hij werd door allen geprezen (:15). En de ogen van allen waren op Hem gericht (:20). En allen betuigden hun instemming met Hem en verwonderden zich over de woorden van genade die van Zijn lippen kwamen (:22). Maar als al deze welwillende mensen niet krijgen wat ze verwachten, blijft er van de welwillendheid niets over (:28,29).
Deze wonderlijke ommezwaai van de gezindheid van mensen zien we heel vaak in de Bijbel. Denk alleen maar in het Nieuwe Testament aan het hosanna-geroep toen Jezus Jeruzalem binnentrok (Luc.19) en korte tijd daarna: „Kruisig Hem, kruisig Hem!”(Luc.23). Het waren dezelfde mensen die het eerste èn het laatste riepen... Niets veranderlijker dan de mens, zegt het spreekwoord. „Als een golf der zee, die door de wind aangedreven wordt en opgejaagd. Innerlijk verdeeld als hij is, ongestadig op al zijn wegen”, zegt de apostel Jakobus. Komt er geen eind aan dit slappe gedoe?!
Goddank is er bevrijding van deze vreselijke onevenwichtigheid! Tenminste, als we inzien dat wij in wezen niets verschillen van de mensen die in de Bijbel beschreven staan.
Is het bij ons ook niet zo, dat wij wel willen juichen in onze God als we de wind mee hebben? Maar o wee, als er beproevingen komen, dan mopperen we en kruisigen ook wij Jezus voor de tweede keer!!
Hoeveel beproevingen zullen er in ons leven nog nodig zijn, voordat wij leren om onder alle omstandigheden te blijven juichen in onze God! Want al zou er niets meer overblijven van alles wat de aarde ons te bieden heeft, dan nog blijft als de grootste zegen over dat God als de eeuwig Getrouwe ons nooit verlaten zal!
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.