Indien wij ontrouw zijn, Hij blijft getrouw, want Zichzelf verloochenen kan Hij niet.
Lezen: Klaagliederen 3:21-27
21 Dit zal ik mij te binnen brengen,
daarom zal ik hopen:
22 Het zijn de gunstbewijzen des HEREN, dat wij niet omgekomen zijn,
want zijn barmhartigheden houden niet op,
23 elke morgen zijn zij nieuw,
groot is uw trouw!
24 Mijn ziel zegt: Mijn deel is de HERE,
daarom zal ik op Hem hopen.
25 Goed is de HERE voor wie Hem verwachten,
voor de ziel die Hem zoekt;
26 goed is het, in stilheid te wachten
op het heil des HEREN;
27 goed is het voor de man,
dat hij een juk in zijn jeugd draagt.
Uitleg
Als er iemand reden had om te klagen, dan was het toch zeker Jeremia! Jarenlang had hij het volk Israël gewaarschuwd, opgeroepen tot bekering, maar ze hadden niet geluisterd. Nu had God Zijn Woord in vervulling doen gaan. Ontelbaren waren gedood, het grootste gedeelte van het overgebleven volk werd in ballingschap weggevoerd en Jeruzalem verwoest! Maar al is het volk Israël ook nog zo ongehoorzaam geweest en heeft het niet willen luisteren, toch heeft Jeremia ook mogen getuigen van Gods eeuwige trouw voor Zijn volk: „Als de zon en de maan zullen ophouden een licht te zijn voor de dag en de nacht, dan zal ook Israël ophouden het volk van God te zijn! De dagen zullen komen, dat er niet weer vernield zal worden in eeuwigheid”(Jer.31:35 v.v.)!
Temidden van al de troosteloze puinhopen van de stad Jeruzalem weent Jeremia vanwege de ontrouw van het volk Israël, maar hij blijft getuigen van de trouw van God aan Zijn verbond. Nee, Jeremia zondert zich niet af van het ongehoorzame volk. Hij blijft erbij betrokken en daarom weent hij, ook al is het oordeel van God over de Joden nog zo rechtvaardig geweest. Hij is geen sektariër die met genoegen de afval van de andere gelovigen ziet om zichzelf daarmee te rechtvaardigen! God beware ook ons voor deze sektarische geest.
Al gaan wij een weg van moeite en tranen en al zouden we ook wel klaagliederen kunnen zingen over de grote afval van al degenen die slechts in naam, maar niet met de daad Christenen zijn, toch zal dan ook bij ons, midden in de klaagzang, de jubel niet ontbreken, nl. de jubel in de eeuwig getrouwe God: „Daarom zal ik hopen: Het zijn de gunstbewijzen des Heren, dat wij niet omgekomen zijn, want Zijn barmhartigheden houden niet op!”
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.