Christengemeente de Brug Maasmechelen

Exodus 25:14

23-08-2014 00:00

Gij zult de draagstokken steken in de ringen aan de zijwanden van de ark, om daarmee de ark te dragen.

 

Lezen: 1 Kronieken 13:1-14

1 Nadat David met de oversten over duizend en over honderd, met alle aanzienlijken, had beraadslaagd, 2 zeide hij tot de gehele gemeente van Israël: Indien het u goeddunkt en het naar de wil van de HERE, onze God, is, laten wij dan naar alle kanten boden uitzenden tot onze overige broeders in alle landstreken van Israël, en ook tot de priesters en de Levieten in de steden, waarbij hun weidegronden liggen, dat zij tot ons samenkomen; 3 en laten wij de ark van onze God naar ons overbrengen, want wij hebben in de dagen van Saul ons om haar niet bekommerd. 4 En de gehele gemeente zeide, dat men zo doen zou, want de zaak was recht in de ogen van het gehele volk. 5 Toen riep David geheel Israël samen van de Sichor in Egypte af tot aan de weg naar Hamat, om de ark Gods uit Kirjat-Jearim te halen. 6 En David trok met geheel Israël naar Baäla, naar Kirjat-Jearim, dat tot Juda behoort, om vandaar te halen de ark van God, de HERE, die op de cherubs troont, de ark, waarover de Naam is uitgeroepen. 7 Zij vervoerden de ark Gods op een nieuwe wagen, uit het huis van Abinadab, terwijl Uzza en Achio de wagen leidden. 8 En David en geheel Israël dansten uit alle macht voor Gods aangezicht, begeleid door zang en door muziek van citers, harpen, tamboerijnen, cimbalen en trompetten. 9 Maar toen zij bij de dorsvloer van Kidon kwamen, strekte Uzza zijn hand uit om de ark te grijpen, daar de runderen uitgleden. 10 De toorn des HEREN ontbrandde tegen Uzza; Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand naar de ark had uitgestrekt; hij stierf daar voor Gods aangezicht. 11 David was diep getroffen, omdat de HERE zulk een zware slag aan Uzza had toegebracht; daarom noemt men die plaats Peres-Uzza, tot op de huidige dag. 12 Te dien dage werd David bevreesd voor God, en hij zeide: Hoe zou ik de ark Gods tot mij brengen? 13 Daarom nam David de ark niet bij zich in de stad Davids, maar bracht haar onder in het huis van de Gatiet Obed-Edom. 14 En de ark Gods bleef drie maanden bij het gezin van Obed-Edom, in zijn huis; en de HERE zegende het huis van Obed-Edom en al wat hij bezat.

 

Uitleg

Het was natuurlijk een geweldig plan om de ark van het verbond terug te halen. David en alle aanzienlijken waren er zo van overtuigd, dat ze het niet nodig vonden de Here te raadplegen: Hij zou het ook wel goed vinden! Och, zo gaat het bij ons immers ook? Ook wij maken allerlei plannen en zeggen dan: „Indien het u goeddunkt en het naar de wil van de Here, onze God is, laten we dan...” en vul zelf maar in. Als dan de zaak in de ogen van de meerderheid goed is, zal God er wel achter staan! David en het hele volk maakten er een groot feest van. Er werd voor het vervoer van de ark zelfs een nieuwe wagen gemaakt. Aan weerskanten van de wagen lopen de zonen van degene, die de ark al twintig jaar zo keurig verzorgd had. En David en heel Israël dansen voor het aangezicht van God, begeleid door zang en muziek. Het kon gewoon niet enthousiaster en blijer! God zal het allemaal wel heel mooi vinden... Maar God wil gehoorzaamheid niet verruilen voor enthousiasme en blijdschap.

Niemand vroeg zich af waarvoor de ringen aan de zijwanden waren: die hadden slechts ‘historische betekenis’... Wie God in zijn leven wil toelaten, kan dat niet doen naar eigen inzichten, maar hij moet handelen naar het Woord van God. God is Koning en wie Hem erkent, moet buigen onder Zijn wetten!

En God had de Gersonieten en de Merarieten opgedragen de tabernakel te dragen (Num.10:17).

Het is gevaarlijk om te gaan dansen en blij te zijn voor Gods aangezicht als we gewend zijn om naar eigen inzichten te handelen. Daarom moest Uzza sterven, maar door zijn sterven kwam er weer vrees voor God onder het volk Israël.

Als door het geloof in de dood en opstanding van Jezus bij ons een kinderlijk ontzag voor Vader komt, zullen wij misschien ook weer gaan leren om Hem echt te gehoorzamen.

 

Contact

Christengemeente de Brug

chr.debrug@debrugmaasmechelen.be

Ringlaan 410
3630 Maasmechelen

Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76

Doorzoek de website

Unieke bezoerks
Unieke bezoekers

 

JAARTEKST

2 Kronieken 15:7

Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode