Christengemeente de Brug Maasmechelen

Ezechiël 18:32

13-09-2014 00:00

Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het Woord van de HERE Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft.

 

Lezen: Jona 3

1 Het woord des HEREN kwam ten tweeden male tot Jona: 2 Maak u op, ga naar Nineve, de grote stad, en breng haar de prediking, die Ik tot u spreken zal. 3 Toen maakte Jona zich op en ging naar Nineve, overeenkomstig het woord des HEREN. Nineve nu was een geweldig grote stad, van drie dagreizen. 4 En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis, en hij predikte en zeide: Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd! 5 En de mannen van Nineve geloofden God en riepen een vasten uit en bekleedden zich, van groot tot klein, met rouwgewaden. 6 Toen het woord de koning van Nineve bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn opperkleed af, trok een rouwgewaad aan en zette zich neder in de as. 7 En men riep uit en zeide in Nineve op bevel van de koning en van zijn groten: Mens en dier, runderen en schapen mogen niets nuttigen, niet grazen en geen water drinken. 8 Zij moeten gehuld zijn in rouwgewaden, mens en dier, en met kracht tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft. 9 Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen en zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet te gronde gaan. 10 Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet.

 

Uitleg

Nineve was in de ogen van de Joden een heidense stad. Het was de hoofdstad van het machtige Assyrische rijk. Dit machtige rijk was een bedreiging voor Israël. Honderd jaar later werd Israël in ballingschap naar Assyrië weggevoerd.

Maar Jona moest naar deze machtige vijand gaan om dat volk op te roepen tot bekering tot de Here, de God van Israël. Blijkt hieruit niet duidelijk de liefde van God voor de volken rondom Israël? God is de God van heel de aarde, dus ook van de vijand van Israël. „Zou Ik dan Nineve niet sparen, de grote stad, waarin meer dan honderd- twintigduizend mensen zijn?!”, vraagt God aan Jona (Jona 4:11).

Het lijkt hier wel of God Zich rechtvaardigt tegenover Jona dat Hij Nineve gespaard heeft!! Maar het is meer dan dat! Het is een geweldige uiting van Gods diepste wezen, dat Hij zelfs niet wil dat onze vijanden verloren gaan!

Jona’s woorden waren niet bepaald meeslepend: „Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!”

Maar deze woorden van de nukkige profeet waren genoeg om de hele stad tot berouw en inkeer te brengen!

Jona had liever gezien dat de stad verwoest werd. Maar Gods liefde is sterker dan Jona’s afkeer. Er was meer geloof in God bij de Nineveërs dan bij Jona. „Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen”, zeiden ze en ze handelden ernaar. Jona heeft het hun niet verteld. Misschien heeft God Zelf hun geleerd dat Hij graag berouw heeft over een oordeel dat Hij aanzegt, als de mens maar buigt en erkent ongehoorzaam te zijn geweest. Laten ook wij buigen, opdat de mannen van Nineve ons niet oordelen moeten op de grote dag (Matt.12:41)!

 

Contact

Christengemeente de Brug

chr.debrug@debrugmaasmechelen.be

Ringlaan 410
3630 Maasmechelen

Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76

Doorzoek de website

Unieke bezoerks
Unieke bezoekers

 

JAARTEKST

2 Kronieken 15:7

Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode