Christengemeente de Brug Maasmechelen

Ezechiël 34:31

07-07-2014 00:00

Gij toch zijt Mijn schapen, de schapen die Ik weid; gij zijt mensen en Ik ben uw God.

 

Lezen: Johannes 8:30-47

30 Toen Hij dit sprak, geloofden velen in Hem. 31 Jezus dan zeide tot de Joden, die in Hem geloofden: Als gij in mijn woord blijft, zijt gij waarlijk discipelen van Mij 32 en gij zult de waarheid verstaan, en de waarheid zal u vrijmaken. 33 Zij antwoordden Hem: Wij zijn Abrahams nageslacht en zijn nooit iemands slaven geweest; hoe zegt Gij dan: gij zult vrij worden? 34 Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, een ieder, die de zonde doet, is een slaaf der zonde. 35 En de slaaf blijft niet eeuwig in het huis, de zoon blijft er eeuwig. 36 Wanneer dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult gij werkelijk vrij zijn. 37 Ik weet, dat gij Abrahams nageslacht zijt; maar gij tracht Mij te doden, omdat mijn woord bij u geen plaats vindt. 38 Wat Ik gezien heb bij de Vader, spreek Ik; zo doet ook gij, wat gij van uw vader gehoord hebt. 39 Zij antwoordden en zeiden tot Hem: Onze vader is Abraham. Jezus zeide tot hen: Indien gij kinderen van Abraham zijt, doet dan de werken van Abraham; 40 maar nu tracht gij Mij te doden, een mens, die u de waarheid gezegd heeft, welke Ik van God gehoord heb; dit deed Abraham niet. 41 Gij doet de werken van uw vader. Zij zeiden tot Hem: Wij zijn niet uit hoererij geboren, wij hebben één Vader, God. 42 Jezus zeide tot hen: Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, want Ik ben van God uitgegaan en gekomen; want Ik ben niet van Mijzelf gekomen, maar Hij heeft Mij gezonden. 43 Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. 44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij naar zijn aard, want hij is een leugenaar en de vader der leugen. 45 Maar omdat Ik u de waarheid zeg – Mij gelooft gij niet. 46 Wie van u overtuigt Mij van zonde? Als Ik waarheid spreek, waarom gelooft gij Mij niet? 47 Wie uit God is, hoort de woorden Gods; daarom hoort gij niet, omdat gij uit God niet zijt.

 

Uitleg

De Joden die met Jezus in gesprek waren, moeten wel buiten zichzelf geweest zijn van boosheid! Als zij uitroepen: „Wij zijn niet uit hoererij geboren, wij hebben één Vader, God!” (:41), dan zeggen zij zelf waarvoor zij Jezus kort daarvoor hadden willen stenigen „omdat Hij God Zijn eigen Vader noemde” (5:18).

Jezus sprak tot de Joden die in Hem geloofden (:31). In dit gedeelte komt wel duidelijk naar voren dat niet ieder die in Jezus gelooft, daarom ook meteen een kind van God is. Immers, ook de boze geesten geloven in Hem en zij sidderen (Jak.2:19)! God heeft Zijn Zoon in de wereld gezonden, opdat de wereld in Hem geloven zou. Maar niet zoals de boze geesten! Jezus maakt in dit gesprek duidelijk onderscheid tussen schepselen van God en kinderen van God. Schepselen van God zijn wij allemaal. En God ziet in genade neer op al Zijn schepselen: „Gij zijt mensen en Ik ben uw God”!

Echt geloven in Hem betekent: Hem geheel vertrouwen. Wie in Hem gelooft, volgt Hem na in alle aspecten van het leven!

Kinderen van Abraham doen de werken van Abraham (:39) en zo doen de kinderen van God ook de werken van God! Daarom zei Jezus tegen Zijn volgelingen: „Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen” (Joh.14:12a).

Tegen Zijn toehoorders zegt Hij: „Gij doet de werken van uw vader”(:41) en even verder: „Gij wilt de begeerten van uw vader doen”. Onomwonden zegt Hij dan tegen hen: „Gij hebt de duivel tot vader!”(:44). Maar weinigen geloven dat wij alleen door geloof in het volbrachte werk van Jezus op Golgota èn door gehoorzaamheid aan Hem, van Gods schepsels tot Zijn kinderen kunnen worden!

 

Contact

Christengemeente de Brug

chr.debrug@debrugmaasmechelen.be

Ringlaan 410
3630 Maasmechelen

Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76

Doorzoek de website

Unieke bezoerks
Unieke bezoekers

 

JAARTEKST

2 Kronieken 15:7

Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.

© 2014 Alle rechten voorbehouden.

Maak een gratis websiteWebnode