En nu, Here, let op hun dreigingen en geef uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat Gij Uw hand uitstrekt.
Lezen: Richteren 3:12-30
12 Maar de Israëlieten deden opnieuw wat kwaad is in de ogen des HEREN; toen maakte de HERE Eglon, de koning van Moab, sterk tegen Israël, omdat zij gedaan hadden wat kwaad is in de ogen des HEREN. 13 Hij dan verbond zich met de Ammonieten en de Amalekieten, trok op en versloeg Israël; de Palmstad namen zij in bezit. 14 Achttien jaar dienden de Israëlieten Eglon, de koning van Moab. 15 Toen riepen de Israëlieten tot de HERE, en de HERE verwekte hun een verlosser: Ehud, de zoon van Gera, de Benjaminiet, een man, die links was. De Israëlieten waren gewoon door zijn dienst schatting te zenden aan Eglon, de koning van Moab. 16 En Ehud maakte zich een tweesnijdend zwaard van nog geen el lengte, gordde dat aan onder zijn klederen, aan zijn rechterheup, 17 en zo bracht hij de schatting aan Eglon, de koning van Moab; Eglon nu was een zeer zwaarlijvig man. 18 Toen hij gereed was met het afdragen van de schatting, zond hij de mannen die de schatting gedragen hadden, verder; 19 zelf echter keerde hij van de gebeeldhouwde stenen te Gilgal terug en zeide: Ik heb een geheime boodschap voor u, o koning. Deze zeide: Stilte! En allen die bij hem stonden, gingen naar buiten. 20 Toen kwam Ehud bij hem binnen, terwijl hij zat in het koele bovenvertrek, dat hij voor zich alleen had, en Ehud zeide: Ik heb een woord Gods voor u. Toen stond hij op van zijn zetel. 21 En Ehud strekte zijn linkerhand uit, greep het zwaard van zijn rechterheup en stiet dat in zijn buik, 22 zodat zelfs het hecht met het lemmer erin drong; en het vet sloot zich om het lemmer, want hij trok het zwaard niet uit de buik. Toen ging hij heen door een achteruitgang. 23 Zo kwam Ehud in de galerij; de deur van het bovenvertrek had hij met de grendel achter zich toegesloten. 24 Nauwelijks was hij buiten of daar kwamen de dienaren kijken, maar zie, de deur van het vertrek was gegrendeld; toen zeiden zij: Hij zal zich zeker in de koele binnenkamer hebben afgezonderd. 25 Toen wachtten zij, tot zij er verlegen mee werden, maar zie, hij deed de deur van het bovenvertrek niet open; toen haalden zij de sleutel, deden open en zie, op de grond lag hun heer, dood. 26 Terwijl zij talmden, was Ehud echter ontkomen; hij kwam langs de gebeeldhouwde stenen en bereikte veilig Seïra. 27 Toen hij daar aangekomen was, blies hij de hoorn op het gebergte van Efraïm, en de Israëlieten daalden met hem het gebergte af, hij zelf voorop. 28 Hij zeide tot hen: Volgt mij, want de HERE heeft uw vijanden, de Moabieten, in uw macht gegeven. Zij dan daalden af, hem achterna, en bezetten de voorden van de Jordaan naar Moab en lieten niemand oversteken. 29 Te dien tijde versloegen zij van Moab ongeveer tienduizend man, allen welgedane en krachtige mannen, niemand ontkwam. 30 Zo werd Moab op die dag vernederd onder de hand van Israël, en het land had rust, tachtig jaar.
Uitleg
God maakte Eglon, de koning van Moab, sterk tegen Israël. Hebben we wel eens stil gestaan bij deze woorden uit Richteren? Hoe vaak staat iets dergelijks niet in de Bijbel? En toch gaan we er maar al te gemakkelijk aan voorbij.
Moab, hoewel waarschijnlijk ook een Semietisch volk, is altijd een bedreiging voor Israël geweest. Ook als er geen openlijke oorlog was, was Moab een gevaar voor Israël door de macht van hun afgoden, die het zuivere geloofsleven van Israël ondermijnden. Een gevaarlijke vijand dus!
En hier lezen we dat God de vijand zo sterk maakte dat Israël achttien jaar aan Moab onderworpen was.
God heeft hen dus overgegeven aan de macht van hun vijanden, omdat zij kwaad deden in de ogen des Heren. Het heeft wel lang geduurd, maar uiteindelijk gaan de Israëlieten toch tot hun God om verlossing roepen. En God antwoordt op dit roepen door hun een verlosser te verwekken (:15), Ehud, die alle mannen oproept tot de strijd, na eerst zelf het voorbeeld te hebben gegeven door Eglon, de vorst van hun vijanden te verslaan.
Is deze geschiedenis niet een duidelijk voorbeeld van het Evangelie? Hoevelen van ons zuchten niet onder de vreselijke macht van de vijand, van satan?!
Velen hebben zich er mee verzoend en weten niet anders. Maar er zijn nog mensen die vanuit de nood gaan roepen tot God en dan gaat Jezus, als de Verlosser werkelijkheid worden.
Laten we ons toch gaan aansluiten bij Jezus, tot een geweldige legermacht die Hij Zich gedurende al deze eeuwen verwierf! Dan zullen we met Hem delen in Zijn overwinning over Satans macht!
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.