Jaagt naar vrede met allen en naar de heiliging, zonder welke niemand de Here zal zien.

Lezen: 2 Korintiërs 6:14-7:1

14 Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? 15 Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? 16 Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. 17 Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine. 18 en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Here, de Almachtige. 7:1 Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods.

Uitleg

Vormt geen ongelijk span met ongelovigen.”

Deze tekst wordt veel gebruikt om jonge mensen te waarschuwen geen verhouding aan te gaan met een ongelovige. Maar Paulus zegt deze woorden niet alleen in verband met een eventueel huwelijk. Hierdoor wordt de zaak natuurlijk wel wat moeilijker, maar het is werkelijkheid en wanneer wij zelf hieraan gehoorzaam zijn, zullen we onze kinderen, in verband met hun eventuele levenspartner, niet hoeven te waarschuwen!

Betekent het nu, dat we helemaal niet met ongelovige mensen mogen omgaan? Dan zouden we wel uit de wereld moeten gaan! Nee, het betekent een innerlijke losmaking van alles wat niet van God is. In de radicale toewijding aan Jezus, zullen we merken dat we geheel los komen van alle dingen van deze vergankelijke wereld. Wanneer we echt door Jezus zijn vrij gemaakt (Joh.8:36), kunnen we pas heel speels en liefdevol de Joden een Jood en de Grieken een Griek worden, zoals Paulus dat zegt. Zolang we nog meegezogen worden door onze omgeving, met de geest van deze wereld, moeten we God eenvoudig belijden dat we ons nog niet radicaal aan Hem hebben toegewijd. Tot dit belijden komen we niet als we ons krampachtig afzonderen van deze wereld, binnen de kring van geloofsgenoten. Want binnen de Gemeente worden we net zo makkelijk meegenomen in het goede, als door de wereld in het kwade. Pas als we als discipelen van Christus in deze wereld gaan staan, zal openbaar worden of de Here werkelijk de Bron van ons leven is.

Daardoor zullen we Hem veel moeten belijden. Dit is pas echte levensheiliging, waardoor we Hem steeds meer leren kennen in al onze wegen die we hier op aarde, geborgen in Hem, mogen gaan.