Ik ben als een licht in de wereld gekomen, opdat een ieder, die in Mij gelooft, niet in de duisternis blijve.
Lezen: Psalm 145
1 Een loflied van David.
Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer;
2 te allen dage zal ik U prijzen, uw naam loven voor altoos en immer.
3 De HERE is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk.
4 Geslacht aan geslacht zal uw werken roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen.
5 Ik zal van de heerlijke luister uwer majesteit en van uw wonderdaden gewagen.
6 Zij zullen spreken van de macht uwer geduchte daden, en uw grootheid wil ik vertellen.
7 Zij zullen de roem uwer grote goedheid verkondigen, en jubelen over uw gerechtigheid.
8 Genadig en barmhartig is de HERE, lankmoedig en groot van goedertierenheid.
9 De HERE is voor allen goed, en zijn barmhartigheid is over al zijn werken.
10 Al uw werken zullen U loven, HERE, uw gunstgenoten zullen U prijzen;
11 zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap spreken en van uw mogendheid gewagen,
12 om de mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigen en de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap.
13 Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, uw heerschappij is over alle geslachten.
14 De HERE schraagt allen die vallen, Hij richt alle gebogenen op.
15 Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze;
16 Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.
17 De HERE is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken.
18 De HERE is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid.
19 Hij vervult de wens van wie Hem vrezen, Hij hoort hun hulpgeroep en verlost hen.
20 De HERE bewaart allen die Hem liefhebben, maar Hij verdelgt alle goddelozen.
21 Mijn mond zal van de lof des HEREN spreken, en al wat leeft, zal zijn heilige naam prijzen voor altoos en immer.
Uitleg
David heeft een veelbewogen leven gehad. Soms behaalde hij een grote overwinning en dan loofde hij Zijn God. Ook bedreef deze koning eens een grote zonde en de profeet Natan kwam David bestraffen. Natan zei tot David: „Waarom hebt gij het Woord des Heren veracht, en gedaan wat kwaad is in Zijn ogen?”(2Sam.12:9). David erkende zijn zonde. Hij sprak: „Ik heb tegen de Here gezondigd”. En Natan mocht in opdracht van God tegen David zeggen: „De Here heeft uw zonde vergeven: gij zult niet sterven”. David heeft daarna nog een heel vruchtbaar leven mogen leiden. Niet een leven van louter voorspoed. Zijn leven werd geen rustig kabbelend beekje, zou je kunnen zeggen. Neen, David verkeerde dikwijls in grote strijd. Maar in al die strijd riep David Zijn machtige God aan om hem te helpen zijn volk te regeren.
Voordat David zou gaan sterven, gebood hij zijn zoon Salomo: „Neem uw plicht jegens de Here, uw God, in acht: wandel op Zijn wegen en onderhoud Zijn inzettingen, geboden, verordeningen en getuigenissen”(1Kon.2:3).
Willen wij de geboden van God bewaren? Nee, ze niet netjes wegstoppen in een laatje, ergens verborgen en er niet meer aan denken. Gods geboden bewaren betekent die geboden overdenken èn onderhouden, dag en nacht!
Als wij in de Here Jezus geloven en Zijn woorden ter harte nemen, verlangen wij er naar in Zijn Licht te wandelen. Laten wij ernst maken met de soms strenge, doch altijd liefderijke woorden van Jezus Christus, Die ons vanuit de duisternis van ons angstig bestaan roept om naar Hem toe te gaan om in Hem het echte leven in het Licht te ontvangen.
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.