Mijn spijze is de wil te doen Desgenen, Die Mij gezonden heeft.
Lezen: Johannes 4:1-26
1 Toen nu de Here vernam, dat de Farizeeën gehoord hadden, dat Jezus meer discipelen maakte en doopte dan Johannes, 2 – ofschoon Jezus niet zelf doopte, maar zijn discipelen – 3 verliet Hij Judea en vertrok weder naar Galilea. 4 En Hij moest door Samaria gaan. 5 Hij kwam dan in een stad van Samaria, genaamd Sichar, dicht bij het veld, dat Jakob aan zijn zoon Jozef gegeven had; daar was de bron van Jakob. 6 Jezus nu was vermoeid van de tocht en bleef zo bij de bron zitten; het was ongeveer het zesde uur. 7 Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. 8 Want zijn discipelen waren naar de stad gegaan om voedsel te kopen. 9 De Samaritaanse vrouw dan zeide tot Hem: Hoe kunt Gij, als Jood, van mij, een Samaritaanse vrouw, te drinken vragen? [Want Joden gaan niet om met Samaritanen.] 10 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij wist van de gave Gods en wie het is, die tot u zegt: Geef Mij te drinken, gij zoudt het Hem gevraagd hebben en Hij zou u levend water hebben gegeven. 11 Zij zeide tot Hem: Here, Gij hebt geen emmer en de put is diep; hoe komt Gij dan aan het levende water? 12 Zijt Gij soms meer dan onze vader Jakob, die ons de put gegeven en zelf eruit gedronken heeft met zijn zonen en zijn kudden? 13 Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal weder dorst krijgen; 14 maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. 15 De vrouw zeide tot Hem: Here, geef mij dit water, opdat ik geen dorst heb en niet hierheen behoef te gaan om te putten. 16 Hij zeide tot haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. 17 De vrouw antwoordde en zeide: Ik heb geen man. Jezus zeide tot haar: Terecht zegt gij: ik heb geen man; 18 want gij hebt vijf mannen gehad en die gij nu hebt, is uw man niet; hierin hebt gij de waarheid gesproken. 19 De vrouw zeide tot Hem: Here, ik zie, dat Gij een profeet zijt. 20 Onze vaderen hebben op deze berg aangebeden en gijlieden zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. 21 Jezus zeide tot haar: Geloof Mij, vrouw, de ure komt, dat gij noch op deze berg, noch te Jeruzalem de Vader zult aanbidden. 22 Gij aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten, want het heil is uit de Joden; 23 maar de ure komt en is nu, dat de waarachtige aanbidders de Vader aanbidden zullen in geest en in waarheid; want de Vader zoekt zulke aanbidders; 24 God is geest en wie Hem aanbidden, moeten aanbidden in geest en in waarheid. 25 De vrouw zeide tot Hem: Ik weet, dat de Messias komt, die Christus genoemd wordt; wanneer die komt, zal Hij ons alles verkondigen. 26 Jezus zeide tot haar: Ik, die met u spreek, ben het.
Uitleg
Er staat in dit gedeelte een regeltje waar we makkelijk overheen lezen, maar waar heel veel in staat: „En Hij moest door Samaria gaan”(Joh 4:4).
De godsdienstige Joden die zich niet wilden verontreinigen, reisden liever door het heidense Over-Jordaanse dan door het gebied van de Samaritanen, die vele goden dienden. Voor Jezus, die de Heiland is voor alle mensen, was er geen enkele reden om niet door het gebied der Samaritanen te gaan en het was bovendien de kortste weg. Doch niet om logische redenen ging Hij door dit gebied, maar omdat het moest! „Mij is gegeven alle macht in de Hemel en op aarde”, zegt Jezus. Maar wie kan Hem dan bevelen om door dit gebied te reizen? Verder in dit hoofdstuk staat het antwoord: „Mijn spijze is de wil te doen Desgenen, Die Mij gezonden heeft en Zijn werk te volbrengen”(:34). Hoewel Jezus alle macht had, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden. Hij, Die boven alle macht en kracht troonde, is gewillig geweest om Zich te onderwerpen. Juist daarom is Hem alle macht gegeven (Fil.2:9)! Jezus wist, dat als Hij het werk van God wilde volbrengen, Hij dat niet kon doen vanuit de enorme wijsheid en bijbelkennis die Hij bezat, maar alleen in een volkomen onderworpenheid aan de Vader. En hierin is Hij ons ook weer tot een geweldig voorbeeld. Wanneer wij ons werkelijk door Gods Geest laten leiden, zullen wij ook precies dáár ingeschakeld worden waar God dat nodig vindt. Ook als wij moe zijn en vinden dat we moeten rusten, zullen wij, als God het vraagt, ondanks de grootste vermoeidheid, net als Jezus, paraat blijven om Zijn wil te doen, zodat wij voor degenen die tot God roepen steeds een betrouwbare heenwijzer naar Christus kunnen zijn.
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.