Geen slaaf kan twee heren dienen, want hij zal òf de ene haten en de andere liefhebben, òf zich aan de ene hechten en de andere minachten.
Lezen: Ezechiël 14:1-8
1 Toen mannen uit de oudsten van Israël tot mij kwamen en zich voor mij neerzetten, 2 kwam het woord des HEREN tot mij: 3 Mensenkind, deze mannen dragen hun afgoden in het hart en hebben vlak voor zich gesteld wat hun een struikelblok tot ongerechtigheid is; zou Ik Mij dan nog door hen laten raadplegen? 4 Daarom spreek en zeg tot hen: zo zegt de Here HERE: ieder uit het huis Israëls, die zijn afgoden in het hart draagt, en vlak voor zich stelt wat hem een struikelblok tot ongerechtigheid is, en dan tot de profeet komt – Ik, de HERE, zal hem bij zijn komst van antwoord dienen met zijn vele afgoden, 5 opdat Ik het huis Israëls in het hart grijp, dat zich met zijn afgoden in zijn geheel van Mij heeft afgewend. 6 Daarom zeg tot het huis Israëls: Zo zegt de Here HERE: bekeert u, keert u af van uw afgoden en wendt u af van al uw gruwelen. 7 Want ieder uit het huis Israëls en uit de vreemdelingen die in Israël vertoeven, die van Mij afvallig wordt, die zijn afgoden in het hart draagt en vlak voor zich stelt wat hem een struikelblok tot ongerechtigheid is, en dan tot de profeet komt, om Mij door hem te raadplegen – Ik, de HERE, zelf zal hem van antwoord dienen. 8 Ik zal mijn aangezicht tegen die man richten, hem tot een teken en een spreekwoord maken en hem uitroeien uit het midden van mijn volk. En gij zult weten, dat Ik de HERE ben.
Uitleg
Zoals het vroeger was met Israël, zo is het nu ook weer met de christenheid: Hoe durven we nog tot God te naderen terwijl we in de praktijk van ons leven veel meer op al het andere vertrouwen dan op God! We hebben ons laten verzekeren van de wieg tot het graf en velen hebben door hun lidmaatschap van een kerk zich ook nog verzekerd voor een mogelijk eeuwig leven!
Zeg nu niet dat we geen afgoden hebben, want alles waarop we vertrouwen buiten God is in de ogen van God een afgod.
Door al onze verworven zekerheden hebben we ons steeds minder afhankelijk van God gemaakt. Hierdoor zijn deze zekerheden een vloek in plaats van een zegen geworden. Immers alles wat ons in ons dagelijkse leven minder op God doet vertrouwen, wordt een vloek, een afgod. Natuurlijk blijven we bidden voor ons eten, maar het is steeds meer een inhoudsloze gewoonte geworden, want wie beseft nu nog dat onze overvloed een zegen van God is?
Zal God het gewas minder zegenen als wij er niet om vragen? Ach, dat is immers echt niet meer geloofwaardig!
God zegt in zijn Woord: „Zou ik Mij dan nog door hen laten raadplegen?” Neen! Want we hebben de hemel zèlf van koper gemaakt door onze afgoden in onze harten mee te dragen, zelfs als we voor Gods aangezicht verschijnen!
Hoe zou God dan nog Zijn hand naar ons kunnen uitstrekken om ons te beschermen tegen het kwaad en de kwalen? Dan zouden we alleen nog maar meer van Hem afdwalen! Maar als we ons weer voor God gaan verootmoedigen en ons vertrouwen op Hem gaan stellen, dan zal Hij Zich weer door ons laten raadplegen zodat Hij ons weer op Zijn wegen kan leiden. Dan zullen we voor uitroeiing bewaard blijven!
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.