Heb ik u niet gezegd: Alles wat de Here zal spreken, dat zal ik doen?
Lezen: Handelingen 8:26-40
26 En een engel des Heren sprak tot Filippus en zeide: Sta op en ga tegen de middag de weg op, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza. Deze is eenzaam. 27 En hij stond op en ging. En zie, een Ethiopiër, een kamerling, een rijksgrote van Kandake, de koningin der Ethiopiërs, haar opperschatbewaarder, was naar Jeruzalem gegaan om te aanbidden; 28 en hij was op de terugweg en las, in zijn wagen gezeten, de profeet Jesaja. 29 En de Geest zeide tot Filippus: Treed toe en voeg u bij deze wagen. 30 En Filippus liep snel erheen en hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zeide: Verstaat gij wat gij leest? 31 En hij zeide: Hoe zou ik dit kunnen, als niet iemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus in te stappen en naast hem te komen zitten. 32 En het gedeelte van de Schrift, dat hij las, was dit: Gelijk een schaap werd Hij ter slachting geleid; en gelijk een lam stemmeloos is tegenover de scheerder, zo doet Hij zijn mond niet open. 33 In de vernedering werd zijn oordeel weggenomen: wie zal zijn afkomst verhalen? Want zijn leven wordt van de aarde weggenomen. 34 En de kamerling antwoordde, en zeide tot Filippus: Ik vraag u, van wie zegt de profeet dit? Van zichzelf of van iemand anders? 35 En Filippus opende zijn mond, en uitgaande van dat schriftwoord, predikte hij hem Jezus. 36 En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water, en de kamerling zeide: Zie, daar is water; wat is ertegen, dat ik gedoopt word? 37 [En hij zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zeide: Ik geloof, dat Jezus Christus de Zoon van God is.] 38 En hij liet de wagen stilhouden en beiden daalden af in het water, zowel Filippus als de kamerling, en hij doopte hem. 39 En toen zij uit het water gekomen waren, nam de Geest des Heren Filippus weg en de kamerling zag hem niet meer, want hij ging zijn weg met blijdschap. 40 Maar Filippus bleek te Asdod te zijn; en hij trok rond om het evangelie te prediken aan alle steden, totdat hij te Caesarea kwam.
Uitleg
We lezen hier weer zonder omhaal van woorden: „Een engel des Heren sprak tot Filippus...”, en: „En de Geest zeide tot Filippus...”, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Trouwens, de hele Bijbel staat er vol van: „En de Here sprak tot...”
Hoe meer we de Bijbel lezen met een biddend hart en met een verlangen om God, die zo ver weg lijkt, weer terug te vinden, hoe meer we tot de ontdekking komen dat we verzand zijn geraakt in een godsdienst-vorm, waarbij de realiteit alleen aan onze kant staat en we Gods kant er maar bij veronderstellen.
Wat wij het spreken van God noemen, is vaak niet meer dan wat we lezen in de Bijbel. Of in alle omstandigheden waar de Bijbel geen voorziening geeft, verklaren we de beste gedachte van ons eigen hart tot de Stem van God.
Maar het bijbelse getuigenis spreekt klare taal. De Heilige Geest spreekt in de Gemeente van Jezus. Zal de ‘God is dood’-theologie dan toch gelijk hebben? Is er dan geen God meer die op eenvoudige en duidelijke wijze tot Zijn kinderen spreekt?!
Neen, God is werkelijk de Eeuwig Onveranderlijke! Maar wíj zijn veranderd.
Wij weigeren ons voor God te verootmoedigen en zoeken alleen maar een God die ons verlost van levensangst en die borg staat voor een voorspoedig leven. Maar als we volhardend worden in ons voornemen om alleen nog maar te doen wat Hij ons zegt, leren wij Hem weer kennen als een hemelse Vader, die voor Zijn kinderen zorgt zoals geen aardse vader zou kunnen!
Wat een rijkdom om in deze van God vervreemde wereld, te mogen leven vanuit de realiteit van Zijn genade!
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.