Nochtans zijt Gij de Heilige, die troont op de lofzangen Israëls.
Lezen: Ezechiël 34:20-31
20 Daarom, zo zegt de Here HERE tegen hen: Zie, Ik ga zélf rechtspreken tussen de vette en de magere schapen; 21 omdat gij al wat zwak is, met flank en schouder wegdringt en met de horens stoot totdat gij ze naar buiten gedreven hebt, 22 zal Ik mijn schapen verlossen, opdat zij niet langer tot een prooi zijn; Ik zal rechtspreken tussen het ene schaap en het andere. 23 Dan zal Ik één herder over hen aanstellen, die hen weiden zal: mijn knecht David. Die zal hen weiden, die zal hun herder zijn. 24 Ik, de HERE, zal hun tot een God zijn, en mijn knecht David zal vorst wezen in hun midden. Ik, de HERE, heb het gesproken. 25 Ik zal met hen een verbond des vredes sluiten en het wild gedierte uit het land wegdoen, zodat zij veilig kunnen wonen in de steppe en slapen in de bossen. 26 Ik zal die, ja al wat rondom mijn heuvel ligt, tot een zegen stellen; Ik zal de regen doen neerdalen op zijn tijd, zegenbrengende regens zullen het zijn; 27 het geboomte des velds zal zijn vrucht geven en het land zijn opbrengst. Veilig zullen zij in hun land leven. En zij zullen weten, dat Ik de HERE ben, wanneer Ik de stangen van hun juk verbreek en hen bevrijd uit de macht van wie hen knechten. 28 Dan zullen zij de volken niet langer tot een prooi zijn; het wild gedierte der aarde zal ze niet meer verslinden, maar zij zullen veilig wonen, zonder dat iemand hen opschrikt. 29 Ik zal voor hen een plantengroei doen opschieten, waarvan men overal spreekt, zodat niemand in het land meer door honger zal worden weggerukt en zij de smaad der volken niet langer te dragen hebben. 30 En zij zullen weten, dat Ik de HERE, hun God, met hen ben, en dat zij, het huis Israëls, mijn volk zijn, luidt het woord van de Here HERE. 31 Gij toch zijt mijn schapen, de schapen die Ik weid; gij zijt mensen en Ik ben uw God, luidt het woord van de Here HERE.
Uitleg
Ook dit hoofdstuk van deze profeet spreekt van een nog ongekende vrede, een heerlijke toekomst. In de eerste plaats voor het volk Israël, maar uiteindelijk ook voor de gehele wereld. Het geheim van deze vrede ligt hierin, dat de mens niet meer in de eerste plaats ijvert voor God, maar dat God in grote ijver voor Zijn volk ontbrandt.
Hoe lang zal het nog duren voor wij als mensen bereid zijn om de liefdevolle leiding van God echt over ons leven te aanvaarden? Hoe lang blijven we nog blind voor dit grote geheim dat de werkelijkheid van God alleen te beleven is in een totale overgave aan Hem?
Hoeveel lijden staat het volk Israël nog te wachten voordat het bereid is om zich zo aan God toe te vertrouwen, dat Hij hen echt veilig kan doen wonen in het land Israël?
In dit bijbelgedeelte lezen we duidelijk het haast hartstochtelijk verlangen van God naar dat grote ogenblik, dat Hij Zelf Zijn volk zal kunnen hoeden als de goede Herder. Dan zal er werkelijk recht gesproken worden. Dan zal er geen oorlog meer zijn of dreiging van oorlog. „Ik, de HERE, zal hun tot een God zijn”(:24).
Dit is een heerlijk profetisch woord, want hier zegt Ezechiël dat Jahwe voor de Joden het onderwerp van hun aanbidding zal zijn. Wanneer we minder over God praten en preken maar Hem meer aanbidden en vanuit de innige verbondenheid met Hem gaan leven, dan zal Hij al het zieke dat door de vervreemding van God in ons leven is ontstaan, genezen en zal Zijn vrede, die alle verstand te boven gaat, weer werkelijkheid worden (Ez.34:16).
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.