Koestert geen gedachten, hoger dan u voegen, maar... naar de mate van het geloof, dat God elkeen in het bijzonder heeft toebedeeld.

Lezen: Handelingen 14:8-10

8 En er woonde te Lystra een man, die geen macht had over zijn voeten, verlamd van de schoot zijner moeder aan, die nooit had kunnen lopen. 9 Deze man luisterde naar Paulus, wanneer hij sprak, en Paulus keek hem scherp aan en zag, dat hij geloof had om genezing te vinden, 10 en hij zeide met luider stem: Ga recht op uw voeten staan! En hij sprong overeind en liep heen en weer.   

Uitleg

Als je jarenlang van plaats tot plaats getrokken bent om het Evangelie te verkondigen, dan zou je kunnen gaan denken dat het routinewerk is geworden. Maar Paulus predikte nog steeds vanuit het grootse avontuur, dat God altijd Zijn Woord bevestigen zou door wonderen en tekenen die erop volgden. Vandaar dat hij niet zomaar een preek over de hoofden van de mensen uitstortte, maar uitzag naar wat God met deze boodschap zou gaan doen in de harten van de mensen die luisterden.

Het geloof is uit het gehoor; daarom verwachtte Paulus dat God op zijn prediking geloof zou schenken. Hoopvol keek hij de kring van zijn toehoorders rond en zijn oog viel op een man die zijn woorden gewoonweg opat! En onder zijn prediking kreeg deze man geloof dat God hem genezen zou. Dat kan een mens je niet aanpraten, dat moet je door God gegeven worden. God deelt ieder afzonderlijk het geloof uit, naar hij dragen kan. Want geloof is niet iets om zelf van te genieten, maar om uit te leven voor God.

Wat een verantwoording om geloof te ontvangen! Deze man was van zijn geboorte af verlamd geweest; hij had er mee leren leven. Maar God doorbrak zijn levenssleur door hem de geloofsverwachting te geven dat hij echt zou kunnen lopen tot eer van God. Paulus zag dit.

Hoe kijken wij naar de mensen als wij van Jezus getuigen? Zien wij hoe zij reageren? Zijn we geïnteresseerd in wat God in hun harten werkt?

Paulus zag Gods werk in deze hopeloos verlamde man. Het was niet omdat Paulus in het dogma der genezing geloofde, maar omdat hij God Zijn werk zag doen in het hart van de man die naar hem luisterde. Daarom riep hij met luider stem: „Ga recht op uw benen staan!”