Er stonden veel bomen in de tuin van Eden. God zei tegen Adam en Eva: 'Je mag van alle bomen eten, behalve van één boom. Eet nooit fruit van de boom van kennis van goed en kwaad.' | |
Maar er was een sluwe slang in de tuin. Op een dag zag die slang Eva bij de bijzondere boom staan. De slang siste: 'Mogen jullie van God echt niet van deze ssspeciale boom eten?' De slang wilde dat Eva ongehoorzaam zou zijn aan God. Hij zei: 'Je moet dit lekkere fruit eens proeven. Als je er van eet, dan ben je net als God. Je zult dan het verschil weten tussen goed en kwaad.' |
|
Het fruit zag er heerlijk uit. Eva wist nog wel wat God gezegd had, maar ze at toch van het fruit. Ze gaf Adam wat van het fruit. Hij nam ook een hapje. | |
|
|
'Wat hebben jullie gedaan?'vroeg God. 'Hebben jullie soms van het verboden fruit gegeten?' Adam zei: Ja, maar ik heb het van Eva gekregen.' Eva zei: 'Ja, maar de slang zei dat ik het moest doen.' | |
God zei tegen de slang: ' Voor straf zul jij altijd over de grond door het stof kruipen.'Tegen Adam en Eva zei God:' Omdat jullie ongehoorzaam, zijn geweest, mogen jullie niet in deze tuin blijven.' | |
Adam en Eva gingen weg uit de tuin. God zette engelen met vlammend zwaard bij de ingang van de tuin. Adam en Eva mochten niet meer naar binnen. |
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.