Nadat Adam en Eva niet meer in de tuin woonden, werden er veel mensen op aarde geboren. De mensen deden allemaal slechte dingen. Niemand dacht meer aan God. Behalve Noach. Noach hield van God. | |
God was verdrietig omdat iedereen, behalve Noach, Hem vergeten was. Hij vertelde Noach dat Hij helemaal opnieuw wilde beginnen. 'jij moet een boot maken, een ark,' zei God. 'Ik vertel je hoe je dat moet doen. 'Noach en zijn familie gingen meteen aan het werk. | |
Toen de ark klaar was, zei God: 'Ga met je familie en me twee van elke diersoort in de ark.' De dieren kropen, liepen of vlogen twee aan twee de nieuwe boot binnen. | |
Toen iedereen binnen was, begon het te regenen. En de regen ging maar door! De ark schommelde heen en weer, op en neer over het stijgende water. |
|
Eindelijk hield de regen op. De hele aarde stond onder water! In de boot was iedereen veilig. Noach en zijn familie waren heel blij. | |
Op een dag liet Noach een duif wegvliegen om naar land te zoeken. De duif vloog rond, maar kon geen land vinden. Een week later liet Noach de duif nog een keer wegvliegen. Nu kwam de duif terug met een olijftakje. Noach riep blij: 'De duif heeft land gevonden!" | |
De ark bleef vastzitten op een grote berg. God zei tegen Noach dat hij naar buiten moest gaan. Noach en zijn familie dankten God. God maakte een kleurige regenboog in de lucht. Die regenboog betekende dat God nooit meer de hele aarde onder water zou laten lopen. |
Christengemeente de Brug
chr.debrug@debrugmaasmechelen.be
Ringlaan 410
Voorgangers
Jean & Godelieve Houben
Tel.: 089 - 76 66 76
2 Kronieken 15:7
Gij dan, weest sterk en laten uw handen niet verslappen, want uw werk zal beloond worden.